Dieren onder mijn Dak, de
1995
De Dieren onder mijn Dak zijn vertellingen over Olifant, de beertjes Bo en Tra en het aapje Bloesem. De verteller zit op de Vertelstoel in de vorm van een boom, omringd door speelgoeddieren.
Info
Als Olifant geboren wordt, is het volle maan. Nog nat en warm glijdt hij in het gras en zuigt zijn longen vol met lucht. Hij ziet nog niet, want hij heeft zijn ogen dicht. Maar hij voelt de bodem trillen en hij ruikt, heel veel olifanten.
Die dag valt de eerste sneeuw en maakt de heuvels wit. Het is koud, de grond is bevroren. Er is geen zilverzalm meer in de rivier en de struiken dragen geen bessen. De beren trekken de heuvels in, samen of alleen.
Ver weg, diep in het oerwoud staat een hoge boom. En in die boom op de vork van een tak heeft Mama Aap een nest gemaakt. Ze ligt op haar zij, haar knieën opgetrokken en slaapt.
Zo beginnen de drie verhalen uit het boekje De Dieren onder mijn Dak over Olifant, de beertjes Bo en Tra en het Aapje Bloesem. Ze worden verteld in de Nederlandse Gebarentaal en getolkt in het Nederlands. Oudere kinderen kunnen de verhalen van te voren of achteraf lezen. Aan jongere kinderen kunnen de verhalen worden voorgelezen.
Voor leerkrachten is er een lesbrief waarin suggesties staan ter voorbereiding op of verwerking van de voorstelling.
Medewerkers
tekst Mieke Julien vertellers Rina Hietbrink, Perwin Schol en Ali Shafiee spelbegeleiding John van Gelder vertelstoel Jacques Kriek tekeningen Rudi Hietbrink