nav
archief 1990 - 2015

Verhalen uit de Oude Doos

1998

Uit de oude doos komen verhalen van vroeger. Waargebeurde verhalen over de scholen en internaten voor dove kinderen in de eerste decennia van deze eeuw. De verhalen zijn vertaald in zeven cartoonachtige scènes van gemiddeld anderhalve minuut. Op speelse wijze geven de acteurs een impressie van het leven op de internaten.

Info

Liplezen

Op het speelvlak staan drie schoolbankjes naast elkaar. Jean, John en Rina zitten achter de schoolbankjes. Ze 'liplezen' ingespannen (dat is te zien aan het feit dat ze met hun lippen de woorden vormen die de denkbeeldige onderwijzer uitspreekt). Ze zetten verschillende brillen op, om het beter te kunnen zien. Het helpt niet.

Logopedie

John, Jean en Rina zitten achter de schoolbankjes. Ze blazen op hun hand, 'h'. Ze houden een papiertje voor hun mond en zeggen 'p'. Ze steken hun vinger in hun mond en zeggen 'r'. Ze houden hun hand tegen hun keel, 'g'. Ze blazen een ballon op, knopen de ballon dicht en houden de ballon voor zich uit. Dan knijpen ze in de ballon tot hij knapt. Ze lachen, stout.

Mama weg!

John, Jean en Rina komen een voor een het speelvlak binnen. Ze lopen alsof ze door iemand aan de hand worden gehouden. Ze blikken blij en vol vertrouwen de wereld in. Ze kijken nieuwsgierig naar elkaar, laten de hand van papa (of mama) los. Dan kijken ze verschrikt om zich heen. Blijkbaar zijn de papa's en de mama's verdwenen. Rina klemt zich vast aan een pop. Jean heeft een doek en aait met de punt van de doek over zijn wang. John gaat zitten duimen en aan zijn oor wrijven. Ze zitten zo even stil. Dan gaan ze dicht tegen elkaar aan zitten.

Ik moet praten!

Jean is aan het tollen, Rina is aan het hinkelen, John is aan het hoelahoepen. Rina pakt een springtouw. Ze gaan touwtje springen met zijn drieën. Rina in het midden, de jongens draaien het touw. Ze krijgen ruzie in gebarentaal. Dan verschijnt er (buiten beeld) een strenge onderwijzer. Hun handen verstarren. Gebaren is immers verboden. Alleen gaan ze verder met hun eigen spel, Jean met de tol, Rina hinkelt, John speelt met de hoelahoep.

SH

Rina komt het speelvlak binnen, terwijl ze het gebaar voor fietsen maakt. Ze eindigt met haar rug naar de camera. Op haar rug hangt het bordje SH. Jean en John lachen haar uit. Ze gebaren 'slechthorende, slechthorende'! Rina gebaart dat ze van haar fiets afstapt en de fiets tegen een denkbeeldige boom zet. Ze zet haar handen in haar zij. 'SH is niet slechthorend! Het betekent Snoep Halen!' De jongens lachen haar uit. Ze stapt weer (in gebarentaal) op haar fiets en 'rijdt weg' (beeld uit). Dan komt ze terug met in haar handen een grote spek, een zuurstok, een zoethout, een dropveter en een lolly. En de jongens... die krijgen niks.

Ik hoor ... niets

Rina loopt rond met een slang. Aan het einde van de slang zit een trechter. Ze bevindt zich in een denkbeeldige buitenruimte (een bos bijvoorbeeld). John en Jean lopen met haar mee en maken (beurtelings, maar ook samen) in de ruimte gebaren voor de denkbeeldige dingen die in de ruimte aanwezig zijn (en die geluid maken): een nest met jonge vogels in een boom, een beekje met een waterval, de bij die van bloem naar bloem gaat enz. Rina luistert ingespannen met haar ouderwetse gehoorapparaat, maar ze hoort ... niets.

Dag op het internaat

Er staat een lange tafel met drie kommen en drie kannen. Over drie stoelen hangen kleren, onder de stoelen staan drie paar schoenen. John, Jean en Rina komen het speelvlak in. Ze zijn half gekleed. Ze schenken gelijktijdig het water in de kommen. Ze spatten water naar elkaar. Ze wassen hun gezicht, kleden zich aan, poetsen hun schoenen. Dan vertellen ze simultaan in gelijk ritme het verhaal van een dag in het internaat.

Medewerkers

spel Jean Couprie, John van Gelder en Rina Hietbrink script en regie Mieke Julien decor John van Gelder kleding Teja Vossen camera Han Gerretsen

Multimedia

Verhalen uit de Oude Doos - filmfragment