nav
archief 1990 - 2015
Zwarte Kat, de

Zwarte Kat, de

1990

De man zit gevangen, achter tralies en in zijn herinnering. Morgen wacht hem de galg. Waarom? Als kind was hij zo zacht en volgzaam. Als man hield hij van dieren en zijn vrouw hield van hem. Dus haalde zij dieren voor hem in huis. Vooral de kat, groot, zwart en slim. De zwarte kat. Zijn oogappel. 'De Zwarte Kat' is een griezelverhaal van Edgar Allan Poe, verteld in de Nederlandse Gebarentaal door Wim Emmerik.

Info

 De man dronk. Dronk meer. Dronk veel. Zijn liefde verloederde. Dronken greep hij de kat, maar de kat beet. Vol duivelse drank stak hij het beest een oog uit. Liefde werd haat. De holle kas vulde zijn gedachten. De man ging kapot. Dus moest de kat dood. Het huis vloog in brand. De muren stortten in. Behalve die ene muur, die nieuwe muur. Daarin was de kat gebrand, zijn kop door een strop. Een zwarte afdruk op de witte muur. Dood was de kat. Levendig zijn fantasie. In de kroeg was een kat, een andere kat, want een vage witte vlek. Maar ook groot, zwart en slim. De kat volgde de man naar huis en de vrouw hield van de kat. De man sliep zijn roes uit, opende de ogen en keek naar de kat. Een groen oog en een holle kas. Hoe meer de vrouw hield van de kat, hoe meer de man hem haatte. Hij dagdroomde, had nachtmerries. Dood aan de kat. Op een dag ging de man naar de kelder. De kat liep voor zijn voeten. Hij struikelde. Vol duivelse drank greep hij een bijl. De vrouw greep zijn arm: niet doen! Toen sloeg hij haar dood. Moord gepleegd. Rustig blijven. Hij verborg het lijk. Toen zocht hij de kat, want de kat moest dood. Maar die was verdwenen en kwam niet meer terug. Tenminste........dat dacht de man.

Medewerkers

verteller Wim Emmerik regie Hans Krijnen fotografie John van Gelder

Multimedia

De Zwarte Kat - fotoalbum 1